Een door de Californische bossen dolende, aan waanvoorstellingen lijdende, gewelddadige jongeman kan door zijn ouders en excentrieke geliefde niet meer worden bijgestuurd, met dramatische gevolgen.
In de lente van 2018 krijgt Ine Van Wymersch Elvire voor het eerst aan de telefoon. Elvire wil graag inzage krijgen in haar jeugdrechtbankdossier, maar ze wordt al wekenlang van het kastje naar de muur gestuurd. Gevoelig voor de urgentie die doorklinkt in haar stem, besluit Ine haar dossier op te sporen. Elvires moeder liet haar sinds de geboorte aan haar lot over. Haar pad slingerde, met verschillende uitschuivers en struikelblokken. Zelf ziet ze haar eigen drie kinderen al lang niet meer. Elvire blijkt in aanmerking te komen voor euthanasie wegens ondraaglijk psychisch lijden. De psychiaters gaven groen licht voor de euthanasie, op voorwaarde dat ze in een brief uitlegt aan haar kinderen wat haar drijft om euthanasie aan te vragen. 'Nu alleen nog iemand vinden die mijn verhaal kan opschrijven', zo zegt Elvire terloops. Ze is analfabeet. De zin achtervolgt Ine wekenlang. Ze bedenkt dat zij diegene kan zijn die haar een stem kan geven. Gedurende drie dagen, aan zee, gaat ze in gesprek met Elvire. Een gesprek dat schrijnend duidelijk maakt dat waar je wieg staat onwaarschijnlijk bepalend is voor de kansen die je krijgt, vanaf het prille begin tot op het bittere einde.
De auteur is met zijn drie maanden oude dochter een hele dag onderweg naar het ziekenhuis waar zijn vrouw ligt en hij overdenkt alledaagse dingen, lijden en liefdes.
Een 17-jarige in zichzelf opgesloten jongen die een vriendin heeft die in coma is geraakt, krijgt op kerstavond een geweer en speelt daar met haar spelletjes mee.
Gitte woont met haar ouders en broers in een prachtig huis op een heuvel. Hun tuin grenst aan een bos, waar haar overgrootvader Lionel door stropers is vermoord. Het gezin leeft in paradijselijke onschuld, tot de oudste zoon, Woud, waanbeelden krijgt over het verleden. Het verbond tussen de drie kinderen valt uit elkaar. Gitte, die niet zonder Woud dacht te kunnen, is nu gedwongen haar eigen weg te gaan.