Wanneer een succesvolle en geliefde zangeres een rechtszaak aanspant om een jong meisje uit handen van een verkrachter te houden, dreigen aangrijpende gebeurtenissen uit haar eigen verleden openbaar te worden. Met de confrontatie in de rechtszaal zet zij zowel haar privacy en carrière als haar liefde op het spel. Onder druk van de dreigende publiciteit komen herinneringen boven uit haar jeugd, waarin zij niet alleen zelf misbruikt werd maar ook onophoudelijk bekeken en begluurd. In plaats van zich voor alle blikken te verbergen, kiest zij voor zichzelf en besluit het tegenovergestelde te doen: om zichzelf en haar zusjes te redden, gaat zij de strijd aan met haar tirannieke stiefvader en treedt juist voor iedereen goed zichtbaar naar buiten.
Op een tuchtschool in het Diepe Zuiden van Amerika worden, terwijl de burgerrechten voor zwarten zijn ingevoerd, vooral de zwarte leerlingen mishandeld en zelfs vermoord.
Appalachen, jaren ‘50-’60. Betty, vader Cherokee, moeder blank, groeit op met zeven broers en zussen. Het is een harde jeugd die ze vooral overleeft door de liefde van en voor haar Cherokee vader.
Een meisje van veertien trekt vrijwel alleen op met haar vader totdat haar vriendschap met een jongen leidt tot een crisis in haar leven en in haar relatie tot haar vader.
Als haar docent Engels op de exclusieve kostschool een terloopse opmerking maakt en haar knie aanraakt, staat Vanessa in vuur en vlam en voelt ze zich heel bijzonder. Ademloos gaat ze in op zijn avances.
De auteur, die in zijn jeugd op een katholieke jongensschool heeft gezeten, reflecteert over enkele mede-leerlingen die een gruwelijke misdaad hebben gepleegd.
Wanneer een jonge Nigeriaanse vrouw de 49-jarige Cécile vraagt om op haar dochtertje te passen, leert Cécile zichzelf en de Nigeriaanse cultuur kennen.
Een Parijs meisje van Algerijnse afkomst wordt als puber meermalen het slachtoffer van groepsverkrachtingen; vijftien jaar later vindt ze de moed om haar verhaal te vertellen.