Enschede, 2000. Joni Sigerius is de dochter van de rector magnificus van de Twentse universiteit. Ze drijft samen met haar vriend Aaron een handeltje dat ze liever verborgen houdt voor haar vader. Tijdens het jaar van de vuurwerkramp explodeert ook in het gezin de boel. Niet alleen lopen Joni en Aaron tegen de lamp, ook komt de zoon van Sigerius vrij uit de gevangenis van Scheveningen. Acht jaar later, wanneer Joni miljoenen verdient in Los Angeles, verneemt Aaron wat er zich werkelijk heeft afgespeeld.
Zorgeloos en beschermd. Zo gaan Stoffel en Bert Van Heule door het leven in het West-Vlaamse dorp Elverdinge. Moeder is huisvrouw en vader werkt als mecanicien. Elke zondag gaat het gezin plichtsgetrouw op bezoek bij grootvader Victor. Zijn gezicht is in tweeën gespleten door een litteken en het is die krijtlijn die Stoffels verbeelding voedt. Geleidelijk aan sijpelt vertwijfeling over de herkomst van dat litteken door en lastige vragen en scherpe blikken van dorpsgenoten veroorzaken een toenemend gevoel van onrust bij Stoffel. De dag voor Kerstmis wordt er een brief bezorgd die leidt tot ontzetting bij zijn ouders, en grootvader verhangt zich in de oude schuur. Als moeder ook nog door ziekte komt te sterven valt het doek voorgoed voor het onbezorgde leven van de broers.
Debuutroman over een dag uit het leven van de elfjarige Ayoub Abahouch, de zoon van Marokkaanse immigranten in een niet bij naam genoemde stad in Vlaanderen. De dag in kwestie is het islamitische offerfeest, of het 'Schapenfeest', zoals de populaire naam in Vlaanderen en Nederland luidt. Van Ayoub wordt verwacht dat hij zijn vader helpt bij het ritueel slachten van een schaap. Zelf heeft hij daar allesbehalve zin in en dus loopt er die dag van alles mis...
De hartsvriendinnen Tiba (ik-figuur) en Setara genieten in Kaboel van een zorgeloze jeugd. Als de moedjahedien de stad beginnen te bombarderen, verandert alles. Vanaf ca. 15 jaar.
Er zijn mensen die kunnen vergeten en er zijn mensen die moeten vergeten. Séverine Delacroix behoort tot de laatste categorie. Ze is een Franse journaliste die haar huwelijk spaak ziet lopen. In de hoop op een ander leven volgt ze haar minnaar Robert en diens zoon Amedeo naar Italië. Tot de demonen uit haar jeugd opduiken.
Ik-verteller Johan keert terug naar een dorpje in West-Friesland om afscheid te nemen van zijn jeugdvriend Joey, die zelfmoord gepleegd heeft. Joey heeft zijn kompanen via de telefoon een afscheidsbericht nagelaten. Voor Johan en de andere vrienden blijven de vragen: die naar het waarom van Joey's wanhoopsdaad, die naar uitspraken van hem die misschien al een boodschap inhielden, maar nooit volledig begrepen werden, die naar hoe het nu verder moet.
Een pas afgestudeerde jonge vrouw verzorgt als tekstschrijver begrafenissen van mensen zonder nabestaanden. Langzaam dringt de dood ook haar eigen leven binnen.
René, de grafdelver van het kerkhof in Mortsel, wil alleen zijn om het graf voor de voddenraper te delven. Het is zijn laatste graf en hij wil nadenken. Ook Gert, de zoon van de voddenraper, heeft het kerkhof uitgekozen om te overdenken wat de voorbije dagen gebeurd is. Er volgt een ontmoeting tussen twee verwante zielen, tussen twee werelden en twee manieren om te rouwen. Tegen die achtergrond beleeft René zijn leven en het bombardement van 1943, dat voor hem en zijn familie zo bepalend is geweest.
In zijn prozadebuut volgt de Vlaamse schrijver en radiomaker Pat Donnez de belevenissen van de jonge Kasper, 14 1/4 jaar, gezegend met een moeder die gelooft dat ze de reïncarnatie van Marilyn Monroe is en een vader-psychiater, die de waan van zijn vrouw niet tegenspreekt. Als Kaspers vader een relatie begint met een patiënte, ontploft het gezin.