De wereld van Mia Fredericksen stort in wanneer ze ontdekt dat haar man een affaire heeft met een veel jongere vrouw. Ze verhuist tijdelijk naar een huurhuis in haar geboorteplaats en is boos op alles en iedereen, en vooral vol medelijden met zichzelf. Maar langzamerhand raakt ze steeds meer betrokken bij de levens van de mensen om haar heen: haar bejaarde moeder en haar nog altijd levenslustige vriendinnen, de jonge, luidruchtige buren en de tienermeisjes die ze, meestal tevergeefs, de essentie van poëzie probeert bij te brengen. Tijdens deze zomer leert Mia het leven opnieuw met een frisse blik te bekijken.
Een New Yorkse beeldend kunstenares heeft er last van dat ze als vrouw minder wordt gewaardeerd dan haar mannelijke collega's. Om het versluierde seksisme aan te klagen splitst ze zich op in drie mannelijke kunstenaars met drie verschillende pseudoniemen.
Als een oudere vrouw wordt bedrogen door haar man besluit ze naar haar geboorteplaats te gaan waar ze door contacten met andere vrouwen zichzelf hoopt terug te vinden.