De 15-jarige Alex gaat samen met zijn oma, een reisboekenschrijfster, zijn vriendinnetje en twee fotografen op expeditie naar een ongerept boeddhistisch koninkrijkje in de Himalaya. Vanaf ca. 14 jaar.
Tijdens een bijscholingscursus van vijf Schotse politiemannen wegens disciplineproblemen probeert inspecteur Rebus erachter te komen wat er waar is van de beschuldiging van corruptie jegens hen.
De halfzusjes Elza en Sarith groeien op op een Surinaamse suikerplantage, die voortdurend bedreigd wordt door aanvallen van de marrons (lokale bevolking). Wanneer de meisjes in aanraking komen met de opstandelingen, beseffen ze dat de suiker duur betaald wordt.
Een oude ongetrouwde dame, die nog steeds romantische dromen heeft over de dokter die haar invalide moeder vijftig jaar geleden dagelijks bezocht, heeft nauwelijks contact met haar bijgelovige huurder die 'dertien treden' hoger op de zolderverdieping woont.