Romy, een jonge weduwe, gaat op vrijdagochtend langs bij haar buurvrouw Irma, een oude balletdanseres. Romy ontdekt dat Irma niet meer leeft en heeft het stellige idee dat er iets in de woning is veranderd. Ze vermoedt dat Irma het slachtoffer is van een roofoverval, en tot haar schrik is de eerste aan wie ze denkt haar eigen zoon, Cristian. Pas 's avonds durft Romy de hulp in te roepen van de huismeester. Hij laat niet merken andere gedachten te hebben over Irma's dood, maar zijn ridderlijke houding is niet geheel onbaatzuchtig.
Twee jeugdige geliefden sturen elkaar brieven. Ze blijken niet alleen ruimtelijk, maar ook in de tijd van elkaar gescheiden. De jongen, Volodja, doet als soldaat mee aan de Bokseropstand in China; het meisje, Sasja, schrijft vanuit het Sint-Petersburg van nu. In de brieven die ze elkaar schrijven en waarin het lijkt alsof ze elkaar kennen, vertellen ze over hun eigen leven, herinneringen en de gebeurtenissen die ze meemaken.
Elsa, een succesvol psychologe, is stervende. Nadat ze de diagnose heeft gekregen wordt ze thuis verzorgd door haar man Martti, haar dochter Eleonoora en kleindochter Anna. Die komt per toeval op het spoor van 'de andere vrouw' in het huwelijk van haar grootouders, de jonge gouvernante Eeva.
Victor Monteoscuro sluit zijn dokterspraktijk om een jaar lang te reizen. In Marokko vindt hij een fles met daarin een brief van een gesneuvelde soldaat aan zijn geliefde. Victor breekt zijn reis af om de brief terug te bezorgen aan de nabestaanden van de vrouw.
Sinds Matteo zijn jonge vrouw Nora en hun zoontje voor zijn ogen zag verongelukken, vraagt hij zich af of het zelfdoding was of een ongeval. Lange tijd heeft hij geprobeerd zijn verdriet te dempen met alcohol en vluchtige seks. Niemand kon hem helpen of bereiken. Inmiddels woont Matteo teruggetrokken in een huisje in het bos. Hij vindt er troost in de natuur en de wisseling van de seizoenen. Nog steeds vraagt hij zich af of hij Nora's dood had kunnen voorkomen.
Na de zelfmoord van haar vriend probeert een 20-jarig punkmeisje zich in het Los Angeles van begin jaren tachtig van de 20e eeuw wanhopig door het leven te slaan.