Een Italiaanse vrouw herinnert zich hoe ze als kind getuige was van het optrekken van de geallieerden en het terugtrekken van de fascisten aan het einde van de Tweede Wereldoorlog. Bekroond met de Grote Prijs van de Jury in Cannes.
Wenen, 1957. De jonge Joodse Lucia Atherton komt aan in het hotel van de opera. Haar man zal er de volgende dag De Toverfluit dirigeren. Wanneer ze oog in oog komt te staan met de nachtportier, verstijft ze: ze herkent Max, de voormalige nazi-officier die haar als vijftienjarige uit een groep joodse krijgsgevangenen pikte en tot een sadomasochistische relatie dwong.
Frankrijk, 1942. De joodse Sara is verliefd op Jean maar hij houdt vooral van Philippe. Wanneer Jean wordt beschuldigd van een affaire met een Wehrmachtofficier wordt het drietal gedeporteerd. Sara met een gele ster, de jongens met een roze driehoek
In 1943 kijkt de kunstschilder Charles Ryder, op dat moment militair, terug op zijn gecompliceerde relatie met de excentrieke Lord Sebastian Flyte en de andere leden van de adellijke familie Marchmain
Als May op oudere leeftijd haar man verliest, dreigt zij de grip op haar leven te verliezen. Een nieuwe fase breekt aan als zij verliefd wordt op de dertig jaar jongere Darren, de minnaar van haar dochter
