Een jonge Zwitser verlaat zijn moeder om de schilderkunst te leren en om zijn identiteit als schilder en de juiste vrouw te vinden; weer thuis overlijdt zijn moeder en hij geeft zichzelf daar de schuld van.
Nadat zij tijdens haar puberteit traumatische gebeurtenissen met twee jongens heeft meegemaakt, keert een jonge vrouw jaren later terug naar haar geboortedorp met een plan voor een soort wraak en een blok ijs in de achterbak van haar auto.
Een man vertelt tegen het eind van zijn leven aan zijn achterkleinzoon zijn ervaringen in de Tweede Wereldoorlog toen hij hulpagent en dichter was in het door de Duitsers bezette Antwerpen.
Nadat hij zich in een vlaag van verliefdheid vergrepen heeft aan een van de verzorgsters van zijn bejaarde moeder kiest een in zelfdoding gespecialiseerde psychiater bij het kiezen van een nieuwe verzorgster voor een onorthodoxe oplossing.
Een grensstad in de steppe. Uit de vlakte duikt een groep verwilderde vluchtelingen op. Ze veroorzaken angst en onrust in de stad. Als Pontus Beg, commissaris van politie, ze laat oppakken, wordt in hun bagage het bewijs van een misdaad gevonden. Beg ontrafelt de geschiedenis van hun helletocht, die gaandeweg verweven raakt met de ontdekking van het verhaal over zijn eigen afkomst.
Herinneringen aan de grootvader van Hertmans, een leven dat getekend bleek door armoedige kinderjaren in het Gent van voor 1900, door gruwelijke ervaringen als frontsoldaat in de Eerste Wereldoorlog en door een jonggestorven grote liefde.