Waarom dringen bepaalde beelden en gebeurtenissen uit het verleden zich telkens opnieuw aan ons op? Waarom blijven bepaalde uitspraken in ons geheugen 'haken'? Is ons geheugen iets wat we 'hebben', of wat we 'zijn'? Hemmerechts onderzoekt deze vragen. Ze laat zich daarbij leiden door haar eigen geheugen, én door dat van de directe nabestaanden van haar buurmeisje Mischa, moeder van twee jonge kinderen, die op veertigjarige leeftijd stierf aan leukemie. Verder komt Hemmerechts verrassende echo's op het spoor tussen de oorlogsherinneringen van haar moeder en 'Het verdriet van België', de roman van Hugo Claus. En ze herleest het werk van haar overleden man, de dichter Herman de Coninck, als een daad van verzet tegen het grote vergeten.
Nour is ongeneeslijk ziek en samen met haar broer verzint ze verhalen waarin het leven uitbundig voortleeft en zo ontsnappen ze moedig en met plezier aan de werkelijkheid.
De moeder van Erwin Mortier lijdt aan Alzheimer. Ze heeft geen wilsbeschikking gemaakt en geleidelijk wordt ze door de ziekte overmeesterd. Haar zoon heeft dit wrede proces vastgelegd in een elegie over ouders en kinderen, liefhebben en verlies, over afscheid nemen en herinneren.
Als Coco en haar moeder Elisabeth elkaar op een dag bij toeval tegen het lijf lopen, vertelt de moeder tussen neus en lippen door dat ze niet lang meer te leven heeft. Coco voelt zich verantwoordelijk en trekt bij haar moeder in. Terug in het ouderlijk huis pakt Coco haar oude drankgewoontes weer op. Hoelang verdraagt de zieke Elisabeth haar dochter om zich heen?
Als een jonge IJslandse vrouw in november op reis gaat met het zeer slechthorende en daardoor een eigen taal gebruikende 4-jarige zoontje van een vriendin, maakt ze allerlei ontwikkelingen door.
Een vader gaat met zijn zoon, die het syndroom van Down heeft, een volkstelling uitvoeren die hem laat zien hoe de ondervraagden over zijn zoon denken.