Aan de hand van het handelen van Martin Susman, ambtenaar op de afdeling Cultuur van de EU die het 50-jarig jubileum van de Europese Commissie moet organiseren, wordt niet zonder ironie getoond hoe het persoonlijke en het politieke onvermijdelijk met elkaar verweven zijn in het Brusselse ambtenarenapparaat.
Op de plek waar het lijk van een topambtenaar wordt gevonden hangt een graffititekening met een afbeelding van de gruwelijke moord. Als nog meer graffititekeningen opduiken met daarop aanwijzingen over het volgende slachtoffer, volgt een race tegen de klok.
Wanneer wordt aangekondigd dat Christus op 21 juli, in volle komkommertijd, Brussel zal bezoeken, ondergaat de Belgische hoofdstad een metamorfose. De gevels worden opgeknapt, bloembakken geplaatst en de criminaliteitscijfers duiken plotsklaps naar het nulpunt. Terwijl de beleidsmensen bakkeleien over wie een persoonlijk onderhoud met de profeet verdient en discussiëren over de route waarlangs Jezus lopen moet, krijgt de stad almaar een meer menselijker gelaat met oog voor de dakloze, de illegaal, de dronkaard en de armoe-oogster. De metro ruikt niet langer naar pis, de hoop is onder het volk. En dan breekt de grote dag zelf aan.
Een kleine groep alternatieve, artistieke Brusselaars keert zich tegen mistige projectontwikkelaars die huizen opkopen om er een 'zorgboulevard' van te maken.
Studente Ange (19, ik-persoon) probeert Pie (16) de liefde voor lezen bij te brengen. Pie is echter dyslectisch en heeft een hekel aan lezen. Dankzij haar verfrissende aanpak draait Pie bij en valt als een blok voor haar. Maar dat heeft onverwachte gevolgen. Vanaf ca. 16 jaar.