Tijdens de WK-finales van 1982 en 2006 verdwijnt een jonge vrouw. De eerste keer stelt commissaris Michele Balisteri het politieonderzoek uit om naar de tweede helft te kijken. Die fout wil hij niet nog eens maken, zeker wanneer er een verband tussen de verdwijningen blijkt te zijn.
Marinella, Patrizia, de broers Salvatore en Nicola wonen in een troosteloze flat in een buitenwijk van Rome, en hebben tien verschillende baantjes tegelijk bij bazen die hun nooit een vast contract zullen aanbieden om enigszins rond te komen. Allemaal werken ze in een gigantisch callcenter, door Marinella omgedoopt tot het Barbiehuis.
Een fietser wordt midden in de nacht aangereden en raakt in coma. Vervolgens staan drie personages centraal die alledrie iets met dat ongeluk te maken hebben.
Als commissaris Balistreri in 1982 in Rome de moord op een Zuid-Amerikaanse vrouw onderzoekt, wordt hij geconfronteerd met een moord uit zijn jeugd in het Libie͏̈ van de jaren zestig van de 20e eeuw.
De broers Filippo en Samuel zijn tegenpolen, maar onafscheidelijk. Moslimextremisten voelen zich beledigd door een tekenfilm van de extraverte Filippo; een risicovolle belegging maakt een einde aan de carrière van de introverte Samuel. Ondertussen hangt de dood van hun vader als een donkere wolk boven hun bestaan.
De moord op een vrouw en haar dochtertje op een veerboot confronteren commissaris Balistreri van de politie in Rome met gebeurtenissen uit zijn jeugd in Libië, waaronder de raadselachtige dood van zijn moeder.
Het gezin van de beroemde oncoloog Leo Pontecorvo zit aan de maaltijd wanneer hij zichzelf terugziet op het achtuurjournaal. Hij wordt verdacht van het schrijven van perverse brieven aan het twaalfjarige vriendinnetje van zijn zoon Samuel. Hij sluit zich op in het souterrain, in afwachting van de politie. Leo's leven vertoonde eerder al barsten: hij werd beschuldigd van fraude en corruptie. Nu wordt hij publiekelijk aan de schandpaal genageld. Hem lijkt niets anders te resten dan te vluchten voor wat hem het dierbaarst is: zijn familie.
De burgemeester van het Italiaanse bergdorpje Filettino verzet zich tegen de bezuinigingsdrift, schaft de euro af en roept zichzelf uit tot prins. De inwoners scharen zich achter hem en met vallen en opstaan ontstaat een utopische samenleving: kleinschalig, zelfvoorzienend, duurzaam en verdraagzaam.
