Een man uit een invloedrijke familie keert terug naar het landgoed waar hij is opgegroeid om weer te schilderen en het oorlogsverleden van zijn grootvader te onderzoeken.
In dit boek beschrijft Oek de Jong de geschiedenis van Abel Roorda, zijn ouders en grootouders én de grote verandering die Nederland onderging in de periode tussen de Hongerwinter van 1944 en de komst van de grote welvaart in de jaren zestig. De roman speelt zich af in Amsterdam en op het Friese en Zeeuwse platteland.
Na de beroerte van haar vader neemt Corinne samen met haar broer het familiebedrijf in koffie over. Op zolder vindt zij het dagboek van haar opa die het bedrijf oprichtte.
De Nederlandse schrijver Oscar van den Boogaard schrijft een epos over twee Nederlandse families die op de grens met Duitsland wonen. Tegen de achtergrond van de geschiedenis van de 20e eeuw vallen hun levens met horten en stoten in een bepalende plooi. De roman is een familiegeschiedenis, deels van de auteur, deels verzonnen. Opvallend: in de roman schrijft Van den Boogaard dat hij een zoon is van de Nederlandse prins Bernhard en bijgevolg dus een halfbroer van prinses Beatrix.
Afwisselend in het heden en verleden spelend verhaal over een jonge vrouw, archivaris, die op onderzoek uit gaat naar gebeurtenissen die 150 jaar geleden in een oud Engels landhuis hebben plaatsgevonden.
Een vrouw wordt de nieuwe eigenaar van een café, maar de problemen stapelen zich op als de klanten wegtrekken, haar man te druk is en een werknemer haar het hof probeert te maken.
Rosie en Daniel zijn met hun dochter verhuisd naar Ceylon, maar als ze daar uit elkaar groeien na het verlies van hun tweede kind, besluiten ze uiteindelijk terug te keren naar Engeland.