Een jonge Britse vrouw beschrijft in enkele lange brieven aan Osama bin Laden hoe haar man en zoontje door zijn toedoen zijn gedood en hoe zij daarna met het verlies is omgegaan.
Een rustig onder schuilnaam levende vijftigjarige man wordt geconfronteerd met zijn allesbehalve rustige verleden als radicaal-linkse activist in de jaren zestig.
Na de bomaanslagen in Londen van 7 juli 2005 gaan een Engelse vrouw en een Afrikaanse man op zoek naar hun dochter en zoon, die sinds de aanslagen vermist worden
Als bij een selectieronde voor nieuwe rekruten voor de SAS een aanslag wordt gepleegd door Servische terroristen zijn er maar twee overlevenden; zij krijgen de opdracht de daders te pakken.
Na een bomaanslag in Paddington Station, Londen, krijgt SAS-held Danny Black samen met zijn maat Spud de opdracht de jihadisten achter deze aanslag uit te schakelen.
Danny Black en zijn SAS-team komen te laat om de door Boko Haram ontvoerde Britse ambasadeur en zijn assistent te bevrijden, maar ontdekken wel dat er een IS-aanslag in voorbereiding is met pestbacillen.
Terrorismebestrijder Gabe dwingt de Pakistaanse Raza om in Londen undercover te gaan en hem te informeren. Ondertussen vormt de nieuwsgierigheid van Gabe's partner Holly een bedreiging voor hemzelf.
Bij een eigen onderzoek naar een bomaanslag op vliegveld Heathrow waarbij zijn ex-vrouw wordt gedood, raakt een psycholoog verzeild in een harde kern van oproerkraaiers die een revolutie wil ontketenen onder de gegoede middenklasse van de Londense buurt Chelsea Marina.
Persoonlijk relaas van een Britse geheim agent die in de jaren vijftig deel uitmaakte van een geheime organisatie die moordaanslagen pleegde op mensen die een gevaar vormden voor de wereldvrede.
