Na alle ontberingen van de Tweede Wereldoorlog samen te hebben overleefd laat een vrouw in 1945 haar zevenjarige zoon alleen achter op een klein station in Vorpommern.
Julia groeit met haar zusjes en alleenstaande, excentrieke moeder op in het Oost-Duitsland van de jaren '70. Het vertrek van het gezin, eind jaren '70, naar West-Duitsland is van grote invloed op het beschadigde meisje, dat daar haar schrijverschap ontdekt.
Oost-Berlijn, eind jaren vijftig. Na WO II kiest de Joodse Käthe hoopvol voor het communistische Duitsland. Maar tegenover haar kinderen is ze afstandelijk en kil. Ze heeft geen oog voor Ella's kwetsbare eenzaamheid en ook niet voor het verlangen naar liefde van Thomas. De kinderen groeien op met alleen elkaar als houvast in het leven.
Na alle ontberingen van de Tweede Wereldoorlog samen te hebben overleefd laat een vrouw in 1945 haar zevenjarige zoon alleen achter op een klein station in Vorpommern.
Aan het eind van de jaren '70 van de 20e eeuw kruisen in een centrum voor eerste opvang in Berlijn de wegen van vier mensen elkaar: een zat in de gevangenis, twee willen om verschillende redenen naar het westen en de laatste heeft de taak hen driee͏̈n te verhoren.