Twee vrouwen proberen tijdens de Tweede Wereldoorlog te overleven in de Champagnestreek; in 2019 gaat een vrouw op zoek naar haar roots in diezelfde streek.
Het deels waargebeurd, deels fictief levensverhaal van de Joodse acteur, entertainer en regisseur Kurt Gerron. De SS vraagt hem een film te maken waarin het vernederende gettobestaan wordt voorgesteld als een paradijs. Weigeren betekent transport naar Auschwitz, meewerken betekent verraad aan zichzelf en aan zijn kunst.
Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog ontdekte de Nederlandse consul in Kaunas (Litouwen) Jan Zwartendijk een manier om duizenden uit Polen gevluchte Joden het leven te redden: hij schreef voor hen een visum uit voor Curaçao. Daarmee reisden de Joden met de Trans-Siberië Express naar Japan, van waaruit ze zich over de hele wereld verspreidden, vrijwel allen overleefden de oorlog. Het verhaal van die Nederlandse consul is even verheffend als heldhaftig. In korte tijd schreef hij koortsachtig duizenden visa uit.
Fing Boon (ik-figuur), dochter uit een groot, arm eenoudergezin in Zuid-Limburg, kan goed leren. Toch moet ze aan het werk bij een rijke familie. Als de oorlog uitbreekt, wordt het gezin Boon hard getroffen. Vanaf ca. 13 jaar.
Op verzoek van haar grootmoeder gaat een jonge Amerikaanse vrouw naar Parijs om uit te zoeken wat er is geworden van de mensen die op een lijst met namen staat.
Leon Leyson is pas tien jaar oud als de nazi's Polen binnenvallen en hij en zijn familie naar het getto van Krakau worden gedeporteerd. Leon komt in het concentratiekamp Plaszow terecht, waar hij de dodelijke grilligheid van kampcommandant Amon Goeth moet zien te overleven. Tot hij door Oskar Schindler wordt opgemerkt en in diens fabriek aan het werk kan, ook al is hij zo klein dat hij op een kist moet staan om de machines te kunnen bedienen. Met een ongelooflijke hoeveelheid moed en doorzettingsvermogen weten Leon en een deel van zijn familie te overleven, maar uiteindelijk zal het lef van één man het leven van de Leysons redden: Oskar Schindler.
Memoires van een joodse vrouw (1922) die tijdens de Tweede Wereldoorlog in het verzet belandde, werd gearresteerd en een verblijf in het concentratiekamp Ravensbrück overleefde.
Een joods jongetje van 7 jaar duikt in 1942 gescheiden van zijn ouders onder in het internaat van een Belgische pastoor en tracht wijsneuzig de hem te boven gaande ontwikkelingen te doorgronden.
Het verhaal van de Joodse Romek Wajsman, die als kind het concentratiekamp overleefde en daarna samen met andere jongens wordt opgevangen in Frankrijk, waar aan hun terugkeer in de samenleving wordt gewerkt.
Bram is een twaalfjarige joodse jongen uit Antwerpen die het leven leert kennen in tijden van oorlog: liefde, dood, idealisme, ontgoocheling. Grote gevoelens die sterk worden uitvergroot wanneer je stad en land bezet zijn, zeker als die bezetter ook nog een persoonlijke rekening te vereffenen heeft.
Autobiografisch relaas van de schrijfster van haar zoektocht naar haar Joodse voorouders uit de 20e eeuw in de Oekraïne, Rusland, Duitsland en Oostenrijk.
In 1939 brengen de nazi's de joodse bevolking van het Poolse Lodz onder in een getto. Van de 270 000 mensen overleven er 800 de oorlog, waaronder 12 kinderen. Dit is het verhaal van één van die kinderen, Syvia. Zij vertelt hoe het leven in het getto hard was en vol honger, kou en dood, maar ook hoe het geluk soms toch niet veraf was.
Een Amerikaanse journaliste doet onderzoek naar de jodenvervolging in Frankrijk. Daarbij stuit ze op een geheim van haar schoonfamilie. Herschreven in korte zinnen en gemakkelijke woorden.
Anne Frank was een joods meisje dat in de Tweede Wereldoorlog moest onderduiken. Er wordt verteld over haar leven in het Achterhuis in Amsterdam. Verhaal in korte zinnen en makkelijke woorden. Vanaf ca. 11 jaar.
Biografie van een joodse vrouw (1926) uit Warschau, die de Tweede Wereldoorlog overleefde door zich voor te doen als Volksduitse en werd geadopteerd door een familie met een fanatieke nationaalsocialistische overtuiging.
De bijzondere geschiedenis van een in Frankrijk bekende familie wordt verteld door de kleinzoon aan de hand van de vertrekken in het huis in Parijs waar de familie woont.