De 9-jarige Ninetto trekt met andere Sicilianen naar Milaan en weet daar werk te vinden, maar dertig jaar later, als hij na een gevangenisstraf vrijkomt, vindt hij geen werk meer in de veranderde wereld.
Mimo Vitaliani (14) is bij zijn oom, in de bergen boven Genus, als beeldhouwer in de leer. Hij ontmoet toevallig Viola Orsini (16), een meisje uit een adellijke familie.
Een vader van twee dochters en verse weduwnaar trekt zich vijf maanden terug in de Toscaanse Apennijnen, waar hij houthakt met een groep karaktervolle figuren en zoekt naar de zin van het bestaan.