Semmier Kariem vlucht uit Irak. Zeven jaar van honger, verdwalen en angst later landt hij op elf februari om negen uur - of was het om elf uur op negen februari - op Schiphol. In de chaos van die eerste dagen in Nederland kan hij zich het precieze tijdstip niet meer herinneren. Hij vraagt asiel aan. Wat hij niet weet is dat hiermee het langste wachten van zijn leven begint, in het asielzoekerscentrum, een wachtkamer die hij deelt met vijfhonderd anderen. Intussen bestudeert Semmier het land waarvan hij misschien ooit deel mag uitmaken, maar ook al verblijft hij er nu, hij blijft een buitenstaander. Hoe ik talent voor het leven kreeg is een roman over mensen die zijn onderworpen aan wetten en regels. Allemaal wachten ze, vaak jarenlang, tot hun leven opnieuw kan beginnen, en dat doen ze op hun eigen manier - de een al wat lijdzamer dan de ander.
Verslag van een acht maanden durend onderzoek naar olifanten in het West-Afrikaanse Kameroen, in de jaren tachtig van de vorige eeuw, van een jonge Nederlandse onderzoeker.
Naast schrijver is Said El Haji ook docent Nederlands voor anderstaligen. Deze publicatie brengt verslag uit van zijn ervaringen. Onbevangen komt hij hen tegemoet, stelt hen vragen, daagt hen uit, beantwoordt hun vragen.
Samenvatting van bestaande kennis over bijna-doodervaringen en aanzet tot het wetenschappelijk verklaren van het verschijnsel van non-lokaal bewustzijn waarbij de auteur aansluit bij elementen uit de kwantumfysica.
Thijs en Kofi zijn elkaars beste vrienden. Ze zitten samen op voetbal. Kofi woont al vier jaar in België, maar op een dag krijgt zijn familie te horen dat ze terug moeten naar Ghana. Vanaf ca. 10 jaar.