Een echtpaar van midden vijftig besluit dat ze niet willen wegkwijnen in dementie en een last worden voor hun kinderen en de maatschappij, daarom leggen ze vast dat ze samen uit het leven stappen op de 80ste verjaardag van de vrouw.
Een briljant microbioloog ontmoet een mooie jonge vrouw. Ze is een overwinning op de tijd, maar zijn nakende ouderdom en het verval kan hij er niet mee afwenden. Hun huwelijk is een botsing tussen haar idealisme en zijn realisme; waar zij zich verbindt met het lijden van de ander, ontbeert hij volgens haar empathie. Maar als de controle over zijn bestaan hem ontglipt, leert ook hij de betekenis van pijn kennen.
Tony Webster, een man van middelbare leeftijd, kijkt met weemoed terug op zijn schooljaren. Hij heeft vriendschappen, een carrière, een huwelijk en een scheiding gehad. Hij heeft nooit geprobeerd iemand pijn te doen. Maar het geheugen is niet perfect. Het kan altijd verrassen, zoals een brief van een advocaat zal bewijzen.
Na 42 jaar wenkt de laatste werkdag van facteur Ludo. Hij blikt terug op de verloren jaren en verbijt de angst voor wat komen moet. Twee piepjonge meiden - Cheyenne en Anissa - rijden mee om de stiel te leren. En dat niet alleen brengt Ludo van slag. De laatste ronde is een snapshot op een knooppunt tussen dromen en falen, begeerte en onlust.
Satirische, erotische komedie waarin drie Vlamingen in het jaar 2000 de grens van ‘vijftig’ passeren; hun levensdrift en lust worden overschaduwd door de naderende ouderdom en alle drie worden ze wakker geschud uit hun routineuze bestaan.
In de ijzige januarimaand van zijn 63ste winter schrijft Auster de geschiedenis van zijn lichaam. Het is een bespiegeling over ouder worden, maar meer nog over het leven, over zíjn leven in het lichaam van de man, de schrijver, de echtgenoot, het kind, de adolescent, de minnaar, de middelbare man, de dichter en de vertaler.
Deze honderd waargebeurde verhalen zijn doorheen de seizoenen gerangschikt, spelen zich af in heden en verleden, en hebben hoofdpersonen van uiteenlopende pluimage.
Voor het eerst van zijn leven is de tachtigjarige Fernand alleen. Zijn vriend Albert ligt in het ziekenhuis en is stervende. De enige persoon tot wie Fernand zich kan richten is Madeleine, de dochter die zijn relatie met Albert altijd bemoeilijkt heeft.
Een gepensioneerde, alleenstaande man probeert plezier in zijn leven te houden door met een medebewoner te wandelen, reacties te schrijven op e-mails en door zich de liefde van zijn leven te herinneren, ook al speelt daar een onopgeloste kwestie.
Twee Vlaamse schrijvers corresponderen over hun leven. De mails over en weer gaan over dagelijkse zaken zoals recepten, maar ook over oud worden, relaties, ouders, kinderen en andere zielenroerselen.