Om zich te bezinnen op zijn toekomst neemt een Vlaamse auteur zijn intrek in het aftandse hotel Rozenstok; langzamerhand vervaagt de grens tussen zijn fantasie en de werkelijkheid steeds meer.
Een 'coming of age' verhaal van een psychologie-studente die na een moeilijke kindertijd met een voortdurend verongelijkte moeder, steeds meer in een isolement geraakt. Zij identificeert zich met New Wave muziek. Tijdens haar studietijd vindt zij in de bestudering van de Freudiaanse psychoanalyse een manier om de wereld te duiden. Na een breuk met haar lief Dieter vervalt ze in een diepe depressie. Met elke vaderfiguur die op haar pad komt, speelt ze een wreed spel van aantrekking en afstoting. Wanneer Dieter weer op haar pad komt, lijkt er rust te komen in haar leven. Toch blijft ze zich ontworstelen aan alles wat haar vrijheid inperkt.
Lester en Alicia Brandman zijn vier jaar gehuwd, maar reden tot vieren is er niet. De liefde begint te slijten en het wederzijds onbegrip en irritatie nemen de overhand. Als zijn vrouw vertelt dat ze zwanger is, reageert Lester met schrik in plaats van blijdschap.
Een oorlogsveteraan wil, ondanks dat hij met een steenrijke vrouw is getrouwd, zelf voor het inkomen zorgen en beroemd worden met het schrijven van toneelstukken en gedichten.
In dit boek bundelt de auteur zijn journalistieke werk, dat eerder voornamelijk in de Vlaamse krant De Morgen verscheen. Het gaat hier veelal essays over geliefde schrijvers uit Amerika, Rusland, Frankrijk, Nederland (o.a. zijn grote liefde W.F. Hermans) en Vlaanderen. Daarnaast zijn er ook stukken over popmuzikanten als Dylan, Zappa, Brood, Gainsbourg en een aantal interessante interviews waarin hij serieuze en intieme gesprekken heeft met schrijvers als Brouwers, Brusselmans, Deelder en Mortier.