De jeugd van de jonge Louis Seynaeve speelt zich af tegen de achtergrond van het leven in Vlaanderen in de jaren 1939-1947: een periode van oorlog, collaboratie en overlevingsstrijd. Verwarring, hunkering en bedrog zijn Louis' deel. Uit alle macht probeert hij duidelijkheid te vinden in de leugenachtigheid om hem heen.
De stokoude Helena blikt terug op haar jeugd ten tijde van de Eerste Wereldoorlog. Een gruwelijke, maar voor haar ook erg belangrijke periode, waarin ze volwassen werd en haar grote liefde ontmoette. Nu vult Helena haar dagen met het neerschrijven van haar herinneringen aan die bewogen tijd in lijvige volumes, die ze echter nooit herleest.
Een moeder (Anna Enquist) kijkt terug op het leven van haar verongelukte dochter, op de maat van de Goldberg-variaties, door Bach gecomponeerd na het verlies van een zoon.
Herinneringen aan de grootvader van Hertmans, een leven dat getekend bleek door armoedige kinderjaren in het Gent van voor 1900, door gruwelijke ervaringen als frontsoldaat in de Eerste Wereldoorlog en door een jonggestorven grote liefde.