Op een mooie zomerdag staat een auto met pech langs de weg. In de snikhete auto wacht de elfjarige Jack op zijn moeder. Zijn moeder zei: "Pas op je zusjes, ik ben zo terug." Dus wachten Jack en zijn twee zusjes in eerste instantie geduldig, maar algauw worden ze rustelozer. En hun moeder komt niet terug. Hun moeder komt nooit meer terug. Drie jaar later past Jack nog steeds op zijn zusjes. Hij zorgt ervoor dat ze te eten krijgen en dat niemand erachter komt dat ze helemaal alleen wonen, zonder ouders. En dan ontdekt Jack wie de moordenaar van zijn moeder is…
Een groot landhuis, voormalig bezit van een rijke familie, heeft grote invloed op het leven van de familie die er daarna inkomt: de vrouw die het cadeau krijgt verdwijnt naar India, haar twee kinderen blijven achter bij hun vader en later een stiefmoeder.
Wanneer een broer en zus gaan wonen in het huis dat ze van hun oma hebben gee͏̈rfd, lijken ze alles goed voor elkaar te hebben, tot dat de broer thuiskomt met een geliefde.
De geadopteerde Grace gaat op zoek naar haar biologische moeder en ontdekt dat ze een zus en broer heeft. Als ze elkaar ontmoeten, blijkt dat ze alle drie worstelen met vragen als: wat bepaalt wie je bent en wat betekent een familieband? Vanaf ca. 15 jaar.
De veertienjarige Lorenzo maakt moeilijk contact met leeftijdgenoten. Hij wil het liefst alleen zijn. Zijn woedeaanvallen zijn inmiddels verdwenen; tegenwoordig excelleert hij in het imiteren van het gedrag en uiterlijk van zijn klasgenoten om zo onzichtbaar te zijn voor iedereen. Zijn moeder maakt zich zorgen en Lorenzo is zich daar pijnlijk van bewust. Om haar gerust te stellen vertelt hij haar een leugen.
Een getraumatiseerde veteraan van de Koreaanse oorlog keert in de jaren vijftig van de 20e eeuw terug naar de Verenigde Staten om zijn zieke zuster te bezoeken.
Omdat vier vaderloze kinderen bang zijn na de dood van hun moeder in een weeshuis te worden opgenomen, begraven zij haar in de kelder en verzwijgen dit voor de buitenwereld.
Twee qua karakter verschillende zusjes van een Chinese immigrantenfamilie in de VS halverwege de 19e eeuw zijn, als hun vader sterft tijdens de Gold Rush en hun moeder onvindbaar is, gedwongen tot een overlevingstocht.
De vijftienjarige Karyn, dochter van een alleenstaande bijstandsmoeder, beweert verkracht te zijn door de achttienjarige Tom, die uit een welgestelde familie komt. Karyns broer, Mikey, besluit wraak te nemen en probeert via Toms zus Ellie meer over diens doen en laten te weten te komen. Wanneer Mikey en Ellie elkaar ontmoeten, gebeurt echter het onvermijdelijke: ze worden verliefd. Wat is het sterkste: hun liefde voor elkaar of de liefde voor hun familie?
1968. Het jaar dat heel Parijs de straat opgaat. Het jaar dat Martin Luther King zijn leven verliest om een droom. Het wereldbeeld van de jonge Elly wordt gevormd door de mensen om haar heen: haar liefhebbende maar hinderlijke afwezige ouders; een beste vriendin die naar aardappelen ruikt; een lesbische tante die filmster is; een oude Joodse buurman die het niet zo nauw neemt met de waarheid; een bejaarde dandy die al dansend haar leven in komt. En, natuurlijk, een konijn dat God heet. En in een kindertijd, die zowel gewoon is als buitengewoon, is Elly's enige constante haar broer Joe.
Wanneer een jonge vrouw te horen krijgt dat haar autistische broer beschuldigd wordt van moord op haar vader, stiefmoeder en een onbekende vrouw, reist ze naar Zuid-Frankrijk af om uiteindelijk met haar broer te vluchten en een eigen zoektocht naar de dader te beginnen.
Het leven van een veertienjarig meisje wordt abrupt verstoord als haar dominante vader besluit met het gezin door het onherbergzame Lapland te trekken.