Jeanne Bécu groeit in de achttiende eeuw op in armoede als dochter van een kleermaakster. Door haar drang naar cultuur en met behulp van haar intelligentie weet ze hogerop de sociale ladder te klimmen. Ze wordt een van de minnaressen van Lodewijk XV.
Als een vrouwelijke astronaute besluit haar droom te volgen en een ruimtereis te maken, moet ze zien om te gaan met de vooroordelen van haar uitsluitend mannelijke collega's en met haar schuldgevoelens over het in de steek laten van haar dochter.
Als haar vriend onverwacht weg moet, maakt de zwangere Daphné kennis met zijn neef. Al snel ontstaat een intieme band en delen ze verhalen over vroegere liefdesperikelen met elkaar.