Om zich alsnog te kunnen verzoenen met zijn leven, verlaat Désiré Cordier het pad zoals dat richting graf voor hem was uitgestippeld.Zijn gevoel van eigenwaarde, dat door zijn huwelijk was aangetast, wint hij terug als hij op een heuglijke dag, gezond en wel, in een tehuis voor seniele bejaarden wordt geplaatst. Hij belazert de kluit op virtuoze wijze door zich voor te doen als demente en incontinente grijsaard die op zijn einde afstevent. De rol van zijn leven, en die wordt nóg veelbelovender als er opeens een demente jeugdliefde in het tehuis opduikt.
Ze waren verliefd maar konden niet samen verder. Ria, weduwe, en Edwin, gescheiden, komen elkaar een half leven later opnieuw tegen en besluiten nooit meer uit elkaar te gaan. Ze brengen vele gelukkige jaren met elkaar door, tot Ria tekenen van dementie begint te vertonen. Ze lijdt onder hallucinaties, herkent Edwin niet meer en begint te schreeuwen als ze hem ziet. Hij blijft zich over haar ontfermen, maar haar toestand verslechtert zo dat hij het uiteindelijk niet meer kan opbrengen haar te verzorgen. Op zeer aangrijpende wijze vertelt hun kleindochter over haar oma, die de greep op de werkelijkheid langzaam kwijtraakt, en haar opa, die de liefde van zijn leven een tweede keer verliest, ditmaal aan een ziekte die de herinnering aan hun grote geluk definitief vernietigt.
Recentelijk reisde Kader Abdolah naar Dubai, het land van zand en olie, om daar zijn moeder en zus te ontmoeten, wat voor haar gemakkelijker was en voor hem veiliger. Hij wilde zijn moeder zien, misschien wel voor het laatst, en vooral omdat ze geleidelijk in de wereld van de dementie aan het verdwijnen was. Maar eenmaal in Dubai aangekomen werd hij geconfronteerd met een geheimzinnige wereld van de ouderdom waarin zijn moeder hem steeds dieper meenam.
Na het overlijden van een Nederlandse egyptoloog besluit zijn oude Egyptische vriend zijn belofte aan hem in te lossen en keert hij terug naar zijn geboorteland.
Wanneer een ruim 80-jarige Alzheimerpatie͏̈nte blijft zoeken naar haar verdwenen vriendin, speelt ook de nooit opgeloste verdwijning van zusje zeventig jaar eerder een grote rol.
Een 50-jarige Amerikaanse vrouwelijke hoogleraar psychologie moet na neurologisch onderzoek accepteren dat zij lijdt aan een vroege vorm van de ziekte van Alzheimer; dit heeft ook grote gevolgen voor haar gezin.
De Vlaamse Eduard Ceulemans krijgt in de jaren zestig van de 20e eeuw Alzheimer. Hij denkt veel aan zijn ervaringen als frontsoldaat tijdens de Eerste Wereldoorlog. Dit wordt geobserveerd door zijn dan 14-jarige kleinzoon (de auteur). Deze experimentele roman wordt vanuit wisselend perspectief (grootvader, diens verloofde en kleinzoon) verteld. Ceulemans is afgezwaaid op 31 mei 1913 maar wordt op 1 augustus 1914 weer gemobiliseerd. Deze herinneringen vermengen zich met zijn ervaringen in de jaren zestig wanneer hij Alzheimer krijgt.
Een dementerende man die door zijn dochter in huis is genomen, is zonder het zelf goed te beseffen getuige van een moord. Tegelijkertijd wordt de vrouw geconfronteerd met een misstap van haar zoon.