Drie essays over het onvermogen van Duitse schrijvers om de verwoesting van Duitse steden in de Tweede Wereldoorlog tijdens de luchtoorlog op een verantwoorde manier te beschrijven.
Twee beschadigde vrouwen van Oost-Pruisische afkomst, ooit allebei om verschillende redenen gevlucht, vinden bij elkaar wat ze altijd hebben gemist, namelijk familie.
In de puinhopen van Hamburg net na de Tweede Wereldoorlog vindt een 14-jarige jongen een dode vrouw en een klein jongetje, dat in zijn gezin opgroeit en van wie bijna veertig jaar later het verhaal bovenkomt.
Tijdens de grote economische crisis die in Duitsland vooraf gaat aan de machtsovername door de Nazi's komt het geluk van een pasgetrouwd stel zwaar onder druk te staan.
Na alle ontberingen van de Tweede Wereldoorlog samen te hebben overleefd laat een vrouw in 1945 haar zevenjarige zoon alleen achter op een klein station in Vorpommern.
De jarenlange omzwervingen van een Oost-Pruisisch meisje door Midden- en Oost-Europa dat in 1945, als ze zeven jaar oud is, door omstandigheden alleen is achtergebleven.
Niet lang na de Duitse hereniging reist de ik-figuur, een beroemde schrijfster die bekendstond als kritisch jegens het communistische regime, voor een studieverblijf naar Los Angeles. Officieel met het doel onderzoek te doen naar een in de jaren dertig geëmigreerde vrouw. Maar in haar bagage zit ook een klein dossier, waarvan ze weet dat het in haar land van herkomst grote ophef zal veroorzaken. Uit dat dossier blijkt dat ze in haar jonge jaren, in de jaren vijftig, korte tijd als informant voor de geheime dienst heeft opgetreden.
Als Behr vier jaar oud is, ontvoeren Stasi-agenten haar moeder. Samen met haar broer belandt ze in een kindertehuis, maar al gauw worden ze door adoptie gescheiden. Wanneer Behr haar moeder jaren later terugziet, zijn ze vreemden voor elkaar geworden.
Een half-Joodse verzetsman die Duitsland in 1934 halsoverkop moest ontvluchten, keert na twintig jaar ballingschap in Engeland terug in Berlijn om contact te zoeken met zijn familie.
Een Duits-joodse immigrant in New York in het begin van de jaren vijftig probeert zijn herinneringen aan en zijn frustraties van de Tweede Wereldoorlog van zich af te schrijven.