Tove groeit na de Eerste Wereldoorlog op in een arbeiderswijk in Kopenhagen waar werkloosheid en armoede heersen. Ze heeft weinig vriendinnen, vult haar poesiealbum met zelfgeschreven gedichten en hunkert naar acceptatie.
In een gewelddadig gezin kleurt een traumatische ervaring het leven van een 10-jarig meisje en haar 6-jarige broertje, waarna het zusje haar best doet om haar somber geworden broertje weer te laten lachen en zich op school vastbijt in natuurkunde waarin zij uitmunt.
Als poe͏̈zieschrijvend buitenbeentje vindt tiener Tove moeilijk aansluiting bij vrienden, maar haar prachtige gedichten vallen langzaamaan op en een wordt in een literair tijdschrift opgenomen.
Een zevenjarig meisje wordt plotseling wees en moet zich zien te handhaven in een weeshuis waar de meisjesgemeenschap haar ervaart als een indringster.
Een 7-jarige jongen wordt in 1936 door zijn tante van Warschau naar Parijs gebracht. Onderweg vertelt ze hem een familiegeheim dat zijn leven op zijn kop zet.
Een Pools-Joodse jongen komt in 1939 in het getto van Warschau terecht en ondervindt met zijn familie de anti-Joodse maatregelen van de nazi’s; na het verlies van zijn ouders wordt hij in het kindertehuis van Janusz Korczak opgenomen.
Als een 15-jarige Amerikaanse schooljongen wordt verdacht van medeplichtigheid aan moord kan hij zich niet verdedigen, vlucht en laadt daardoor meer verdenking op zich.
Dagboek van de dertienjarige Ma Yan die vanwege grote armoede van haar familie niet meer naar school kan, maar later dankzij een fonds dat in Frankrijk is opgericht toch haar studie kan vervolgen.
Een 11-jarige Deense jongen woont in een rijtjeshuis met zijn jongere broertje. Ze vluchten voor de grotere kinderen en vernederen de kleineren. Hun kinderwereld is genadeloos.
Een 12-jarige jongen besluit een dagboek bij te houden met zijn observaties en ontdekkingen over zijn lichaam en gaat daarmee door als volwassen man en bejaarde.