Een gehandicapte jonge schrijver in een afgelegen dorp ontwikkelt zich door de komst van Joe Speedboot tot een vooraanstaand armworstelaar. De lotgevallen van de vrienden worden verteld; de meest absurde scènes volgen elkaar op.
Het kost een kopieermachine-vertegenwoordiger en gescheiden man met een jong zoontje moeite om wat van zijn leven te maken, mede door schuldgevoel over een gebeurtenis in zijn jeugd.
Selectie uit de reportages die de Nederlandse journalist schreef gedurende de afgelopen 25 jaar over allerlei Nederlandse locaties en ontmoetingen met inwoners.
Op een wintermorgen worden drie inwoners van een afgelegen bergdorp in Noord-Italië geconfronteerd met elf zwaar verminkte lichamen, alle door verschillende oorzaken omgekomen, en alle op hetzelfde tijdstip. Niemand begrijpt wat er is gebeurd. De 42 inwoners van het dorp vallen ten prooi aan de toesnellende media. Van eenvoudige getuigen van een onbegrijpelijk kwaad worden zij de onvermoede hoofdfiguren van deze roman. En allen verliezen langzaam de greep op de werkelijkheid. Don Ermete kan zijn parochianen niet in de steek laten. Samen met een jonge psychiater die op de vlucht is voor een stukgelopen relatie, probeert hij deze verloren, weerbarstige mensen te redden. Don Ermete moet zich schrap zetten om toegang te krijgen tot de nederige woningen waar de waanzin ontkiemt.
Vlak na de Tweede Wereldoorlog proberen de Engelse eigenaars van een groot vervallen landhuis het gebouw en de landerijen van de ondergang te redden; ze krijgen daarbij te maken met waanzin, modernisering en paranormale verschijnselen.
Oost-Turkije, jaren zestig. De dertienjarige Mehmet groeit op in een dorp dat ooit door Armeniërs werd gesticht. Samen met zijn vader, moeder, broer en zusje vormt hij een hecht gezin, maar daar komt abrupt verandering in wanneer zijn vader een ongeluk krijgt. Halsoverkop besluit hij met zijn gezin terug te keren naar zijn geboortedorp. Daar wacht hen geen hartelijke ontvangst.
Na het verlies van zijn vrouw en kind trekt een Amerikaanse spoorwegarbeider zich begin 20ste eeuw terug als kluizenaar in een zelfgebouwde hut in de natuur van Idaho.
De 12-jarig Katelijne groeit als enig meisje op tussen zes broers in een streng (bevindelijk) gereformeerd Zeeuws boerengezin eind jaren tachtig, begin jaren negentig. Het intelligente, fantasievolle kind voelt zich een buitenbeentje; ze vlucht weg in fantasie en verhalen.
Een machtige en sjieke Zuid-Afrikaanse boerenfamilie gaat ten onder aan de zeven hoofdzonden: hoogmoed, hebzucht, wellust, jaloezie, gulzigheid, woede en luiheid.
Een pater, die jarenlang tot taak heeft gehad seksueel misbruik door katholieke priesters onder het tapijt te vegen, wordt uiteindelijk genadeloos geconfronteerd met de gevolgen daarvan.