Polly (16) heeft een modellenwedstrijd gewonnen. De opdrachten stromen binnen. Ze komt in een wereld van opdringerige mannen, voorliegen en stalkers terecht. Dan ontmoet ze ook nog de knappe David. Vanaf ca. 13 jaar.
In de late zomer van 1913 logeert de jonge, aristocratische dichter Cecil op het familielandgoed van zijn vriend George. Het weekend dat hij daar doorbrengt is vol verrassingen en verrukkingen voor de hele familie, maar in het bijzonder voor het 16-jarige zusje van George, Daphne, wanneer Cecil een gedicht aan haar opdraagt. Een gedicht dat een houvast voor een hele generatie zal blijken, een ode aan het oude Engeland dat op het punt staat voorgoed te veranderen. Het weekend zal de familie van George en Cecil aan elkaar binden in de lange en moeilijke eeuw die volgt.
Psycholoog en rechercheur Moordzaken Alex Cross gaat op zoek naar de moordenaar van zijn nichtje en ontdekt een complot met vertakkingen tot in de hoogste kringen van de Amerikaanse regering.
Volgens tv-kok Jeroen Meus kan iedereen - van beginneling tot amateurkok - elke dag een smakelijk gerecht op tafel zetten, met respect voor de seizoenen en zonder zotte kosten te maken. Van een snelle pastaschotel, over een culinaire verrassing, tot een Vlaamse klassieker of een snack.
In 1785 krijgt een jonge ingenieur van de Franse regering opdracht om een overvolle begraafplaats in het centrum van Parijs te ruimen en de bijbehorende kerk af te breken.
De tienjarige Roos de Ridder is samen met haar zus en haar ouders onderweg naar haar oma, als ze bij een bezinepompstation door Karel Rover, ook wel Razende Karel genoemd, in een opwelling wordt gekidnapt. Normaal gesproken stelen de Rovers alleen salmiakvlooien, dropveters, tijdschriften en barbiepoppen uit de auto's die ze overvallen. Maar de kinderen van de familie Rover verveelden zich en dus heeft Karel voor een vriendinnetje gezorgd. Roos schrikt zich eerst een ongeluk, maar al gauw geniet ze van het vrije leventje en leert ze moeiteloos de kneepjes van het roversvak.
Als een Nederlandse au-pair bij een gezin in Zwitserland een gewelddadig eindigend gesprek tussen haar werkgever en een onbekende vrouw hoort, raakt ze in de problemen.
Wanneer wordt aangekondigd dat Christus op 21 juli, in volle komkommertijd, Brussel zal bezoeken, ondergaat de Belgische hoofdstad een metamorfose. De gevels worden opgeknapt, bloembakken geplaatst en de criminaliteitscijfers duiken plotsklaps naar het nulpunt. Terwijl de beleidsmensen bakkeleien over wie een persoonlijk onderhoud met de profeet verdient en discussiëren over de route waarlangs Jezus lopen moet, krijgt de stad almaar een meer menselijker gelaat met oog voor de dakloze, de illegaal, de dronkaard en de armoe-oogster. De metro ruikt niet langer naar pis, de hoop is onder het volk. En dan breekt de grote dag zelf aan.
De avonturen van zeven leesclubvriendinnen van middelbare leeftijd die een literaire cruise langs de Schotse kust maken onder leiding van hun lievelingsschrijver.
Het Wilde Westen, omstreeks 1850. Het zijn de dagen van de goudkoorts en Hermann Kermit Warm moet dood, aldus de mysterieuze Commodore. Zijn twee handlangers, de beruchte huurmoordenaars Eli en Charlie Sisters, gaan op pad. Warm laat zich echter moeilijk vangen en tijdens de lange tocht begint Eli zich af te vragen waar hij in hemelsnaam aan begonnen is. En voor wie.
De wereld van Mia Fredericksen stort in wanneer ze ontdekt dat haar man een affaire heeft met een veel jongere vrouw. Ze verhuist tijdelijk naar een huurhuis in haar geboorteplaats en is boos op alles en iedereen, en vooral vol medelijden met zichzelf. Maar langzamerhand raakt ze steeds meer betrokken bij de levens van de mensen om haar heen: haar bejaarde moeder en haar nog altijd levenslustige vriendinnen, de jonge, luidruchtige buren en de tienermeisjes die ze, meestal tevergeefs, de essentie van poëzie probeert bij te brengen. Tijdens deze zomer leert Mia het leven opnieuw met een frisse blik te bekijken.
Julian, een voormalige televisieproducer van de BBC, wordt op een avond in Londen op straat beroofd door iemand die hem en passant 'Jood' lijkt te noemen. Dat brengt de toch al labiele Julian ertoe om vraagtekens bij zijn identiteit te zetten en zich te spiegelen aan zijn twee (wel echt) joodse vrienden, de flamboyante Sam Finkler en de hoogbejaarde Libor. Wat is de joodse identiteit, welke verplichtingen daaruit voortvloeien, hoe joden en niet-joden met elkaar moeten omgaan, of een jood verantwoordelijk is voor anti-semitisme, welk recht de staat Israël heeft om gewelddadig op te treden enz.
Terwijl in 1944 zijn vrienden in Europa vechten, krijgt een in Amerika achtergebleven, voor het leger afgekeurde sportleraar te maken met een polio-epidemie.